|
| |||||||||
Voor moderne fieldmanagers is gevoel voor het veld nog altijd onmisbaar, maar het speelveld is veranderd. Clubs, gemeenten en bonden verwachten onderbouwde keuzes, hogere bespeelbaarheid en consistente kwaliteit. Data speelt daarin een steeds grotere rol. Niet als doel op zich, maar als gereedschap om het beheer scherper, efficiënter en beter uitlegbaar te maken.
1. Veldbelasting en urenregistratie Een van de meest onderschatte datastromen is simpel: wie gebruikt welk veld, hoe vaak en hoe lang? Registratie van trainingen, wedstrijden, toernooien en incidentele evenementen vormt de basis om beslissingen te onderbouwen. Met inzicht in veldbelasting kun je: ● tijdig schuiven met teams om overbelasting te voorkomen ● beter plannen wanneer velden rust nodig hebben ● richting bestuur of gemeente aantonen dat uitbreiding of renovatie noodzakelijk is Koppeling met reserveringssystemen of een digitaal afhangbord maakt dit proces minder arbeidsintensief en verkleint de kans op discussies over “gevoel” versus feiten. 2. Bodemvocht en draagkracht Bodemvochtmetingen geven direct inzicht in de speelbaarheid en gezondheid van de toplaag. Te nat betekent risico op schade en onveilige omstandigheden, te droog zorgt voor stress, slechte kieming en ongelijkmatige groei. In combinatie met draagkrachtmetingen ontstaat een scherp beeld van de belastbaarheid van een veld. Zeker op natuurgras is dit cruciale informatie om te bepalen of een extra training nog kan, of dat uitwijken noodzakelijk is. Voor hybride systemen en kunstgrasvelden zegt draagkrachtdata veel over fundering, infill en slijtagepatronen. 3. Weerdata en microklimaat Weer lijkt vanzelfsprekend, maar lokale data maakt het verschil. Een eigen weerstation op het complex of gekoppelde data uit de regio helpt bij het plannen van maaien, beregenen, bemesten en zware onderhoudswerkzaamheden. Belangrijk zijn onder andere: ● neerslag (actueel en verwacht) ● temperatuur en Bodemtemperatuur ● luchtvochtigheid en verdamping Door deze data te koppelen aan veldconditie en ziekte-incidenten ontstaat een eigen database waarmee je in de toekomst beter kunt voorspellen wanneer risico’s toenemen, bijvoorbeeld voor schimmels of droogtestress. 4. Graskwaliteit en speltechnische metingen Voor veel fieldmanagers zijn speltechnische metingen inmiddels dagelijkse kost, zeker in de top- en semiprofwereld. Denk aan: ● hardheid en schokabsorptie ● vlakheid en egaliteit ● balstuit en balsnelheid ● schaar- of rotatieweerstand Door deze metingen geregeld uit te voeren en vast te leggen, kun je trends per veld volgen. Dat helpt om onderhoudsacties (bezanden, beluchten, doorzaaien, topdressen) te timen en om discussies met trainers over “te hard”, “te traag” of “te zwaar” objectief te maken. Voor kunstgras en hybride velden is het bovendien essentieel om aan normeringen van bonden te blijven voldoen. 5. Onderhoudslogboek en kosten Ten slotte is een gedetailleerd onderhoudslogboek onmisbaar. Welke werkzaamheden zijn wanneer uitgevoerd, met welke machine, welke materialen en hoeveel uren? In combinatie met kosten (materiaal, arbeid, externe diensten) ontstaat een helder beeld van de werkelijke veldkosten per seizoen. Deze data maakt het eenvoudiger om: ● scenario’s door te rekenen (bijvoorbeeld intensiever onderhoud vs. langere levensduur) ● investeringen te onderbouwen richting bestuur ● leveranciers en aannemers te beoordelen Voor professionele fieldmanagers en de makers van een overzicht van buitenlandse casino's is data vooral een gesprekspartner: een manier om je vakmanschap te onderbouwen en keuzes transparant te maken. Het gaat niet om zoveel mogelijk cijfers, maar om de juiste informatie, consequent vastgelegd en vertaald naar beheer. Wie die basis op orde heeft, merkt dat discussies over budget, planning en veldgebruik verschuiven. Minder op gevoel, meer op feiten, zonder de praktijkervaring te verliezen die het vak juist kracht geeft. Deze ingezonden mededeling valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie van Fieldmanager
|
|
|