Whatsapp Facebook X LinkedIn RSS feed

Onkruid vergaat niet. Gif evenmin

ARTIKEL
Facebook Twitter Linkedin Whatsapp
Joris van der Cammen, projectleider Kybys, maandag 7 september 2020
429 sec


Met het hieronder beschreven tienstappenplan wordt het beheer van sportvelden met natuurgras mogelijk zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Welke aanpak men ook kiest: onkruid vergaat niet.


Chemische bestrijdingsmiddelen verliezen al jaren aan populariteit. De regelgeving die op 1 januari dit jaar is ingevoerd, wakkerde de discussie aan over de vraag of beheerders en eigenaren van natuurgrassportvelden er eigenlijk niet helemaal vanaf moeten.

De Green Deal, of een nóg greenere deal?

Nu was de branche al vóór de invoering van die regels druk bezig met het terugdringen van chemische bestrijdingsmiddelen. Zo is er sinds 2018 de Green Deal Sportvelden, gericht op het gefaseerd in de ban doen van pesticiden. Het gebruik van chemische middelen mag volgens de deal alleen nog als andere oplossingen geen soelaas bieden.
Hier en daar vragen gemeenten en beheerders zich af of het zoeken van toevlucht in chemicaliën niet nog uitzonderlijker moet worden, of een nog 'greenere' deal mogelijk is - één met 100 procent chemievrij beheer.


Daarmee verandert de wereld van het beheer van natuurgrasvelden niet revolutionair. Zowel bij 'nog een beetje chemie' als bij 'helemaal geen chemie' geldt de plicht tot structurele maatregelen om velden te beschermen. Integrated pest management (IPM) is daarbij de meest gebruikte methode. Daarnaast is er de plicht om sportvelden planmatig te beheren. Enthousiaste gemeenten maken dat plan tot een onderdeel van het totale groenbeheerplan. In andere gevallen wordt gekozen voor een integraal beheerplan van een of meerdere sportaccommodaties. Voor wie dat allemaal een hoop gedoe vindt: het plan kan ook worden afgedaan met een A4'tje met enkele bullets.

Eerst de extra verplichtingen die worden opgelegd aan beheerders en gemeenten die chemische bestrijdingsmiddelen nog noodzakelijk achten - of stiekem wel gemakkelijk vinden. Voor hen is er op de eerste plaats de verplichte gewasbeschermingsmonitor. Dat is een registratie van relevante ontwikkelingen op de sportvelden. In de praktijk komt dit erop neer dat men vaak en goed in de gaten houdt of er plagen ontstaan, of er onkruid groeit en of dieren schade aanrichten - engerlingen bijvoorbeeld, of holen gravende konijnen. Alles wat wordt opgemerkt, moet worden vastgelegd. Dat geldt ook voor de genomen maatregelen.

Als zo'n maatregel bestaat uit het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, trekt de wetgever de touwtjes nog verder aan. Wie gebruikte welk middel op welke plek in welke dosering? Het moet allemaal vastgelegd worden.

Corona: het ene veld is het andere niet

Als gevolg van corona zijn de meeste voetbalvelden maandenlang niet of amper gebruikt. En dat terwijl diezelfde velden tot half maart juist vaak intensief werden bespeeld. Het gevolg was nogal eens kale plekken, die door de coronastilte rap werden veroverd door onkruid. Onkruid groeit nu eenmaal enthousiaster dan gras. Daar komt nog bij dat de - soms al jaren oude - zaadjes van paardenbloemen, weegbree en madeliefjes nu weinig concurrentie hadden van sportgras. Sowieso groeit er geen gras waar onkruid groeit. Veel gemeenten gebruikten de lockdown om groot onderhoud eerder uit te voeren dan gepland. Ze zaaiden de grasmat door in april en voorkwamen zo dat onkruid welig ging tieren. Andere gemeenten grepen die kans niet. Daardoor verschilt de kwaliteit van de velden momenteel enorm per gemeente.

Tienstappenplan voor chemievrij beheer

Voor degenen die natuurgrassportvelden willen beheren zonder chemicaliën, is er het tienstappenplan.


1. Begin met een plan

Het begint met een plan. In dit geval: het integraal beheerplan. Het IPM wordt daarin opgenomen. Daarmee wordt vastgelegd hoe ziekten en plagen worden voorkomen en als dat onverhoopt niet lukt, hoe ze worden bestreden. Behalve het IPM krijgen verschillende thema's een plaats in het plan: gras, voeding, water, bodem, groeiplaats, onderhoud en gebruik.


2. Hoe staat het gras erbij?

Het beheerplan is klaar. Tijd om het veld onder de loep te nemen, om een nulmeting uit te voeren. De toestand van het veld op en onder de grond wordt in kaart gebracht en ook de situaties rond het veld worden beoordeeld. Niets blijft voor het kritische oog van de controleur verborgen: er is aandacht voor de sporttechnische en de cultuurtechnische kwaliteit, de chemische samenstelling van de bodem en de hoeveelheid licht, lucht en vocht die beschikbaar is voor het veld.
Bij de nulmeting hoort ook een inventarisatie van eventuele preventieve maatregelen. Moeten de bomen langs het veld misschien worden gesnoeid om onwenselijke schaduw te voorkomen? Of is het nodig ze te kappen? Zo ja, waar is ruimte voor compensatie? Wat de specifieke maatregelen ook zijn, ze zorgen voor een gemakkelijker beheer in de toekomst.


3. Een beetje onkruid mag best

Het is verleidelijk om in te zetten op een veld met vrijwel geen onkruid. Dat leidt vast en zeker tot blije sporters. In werkelijkheid valt er nogal wat af te dingen op die keuze.
Een veld met minder dan 1 procent onkruid is immers duurder in onderhoud dan een veld met meer onkruid. In de branche wordt nogal eens gewerkt met een verdeling in gradaties. Dat helpt bij het maken van een keuze als het gaat om wat acceptabel is, een keuze die mede wordt bepaald door het budget. Maar dat niet alleen; ook de intensiteit waarmee een veld wordt bespeeld maakt verschil. Verder zijn de gewenste sporttechnische eigenschappen van belang, evenals het risico op plagen (bijvoorbeeld: 'Als we eenmaal 5 procent toestaan, wordt het op deze plek zo 10 procent', weet de meneer die al jarenlang het gras verzorgt).


Wat de sporttechnische eigenschappen betreft: Nederlandse buitensporters zijn gewend aan goed gras, en verder wordt zichtbaar onkruid al snel beschouwd als irritant onkruid. In werkelijkheid is er nog maar weinig ervaring opgedaan met wat meer onkruid tussen het gras. Anders gezegd: we weten nog niet of meer onkruid dan gebruikelijk ook daadwerkelijk leidt tot een veld dat sporttechnisch slechter is. Overigens is de algemene verwachting wel dat die invloed er is.
Bij een keuze voor wat meer onkruid is het zaak de gebruikers goed te informeren, hen te vertellen over de consequenties van de keuze en de redenen ervoor, bijvoorbeeld: 'Zo houden we genoeg geld over voor ons eeuwfeest, volgend jaar.'
De vooraf vastgestelde drempelwaarden moeten vanzelfsprekend worden gerespecteerd; 5 procent is 5 procent. Wel is het de vraag of ingrijpen pas wenselijk is als die grens is bereikt of al eerder. Overigens zijn dit dilemma's die voor veel verenigingen en gemeenten voorlopig nog niet aan de orde zijn. Vlak voordat de Green Deal Sportvelden van kracht werd, hebben nogal wat beheerders en eigenaren hun velden nog snel met chemicaliën onder handen genomen. Dat is de komende jaren nog merkbaar. Er komt echter een tijd dat de middelen hun effect verliezen en onkruid zijn kans grijpt. Als het even kan, weten de gebruikers vóór die tijd al van mogelijke hogere drempelwaarden.


4. Monitoren: 'Ik ken het veld als mijn broekzak'

Beheren is iets anders dan ingrijpen als het nodig is. Beheren is ook en vooral het veld monitoren volgens een vooraf vastgestelde methode. Daarbij hoort dat vooraf wordt vastgelegd wanneer en hoe er wordt ingegrepen en wie voor de monitoring verantwoordelijk is.
Monitoren is leuk, want na verloop van tijd leert de inspecteur - of hoe de monitorverantwoordelijke ook wordt genoemd - de velden kennen als de eigen broekzak. Elk jaar groeit de hoeveelheid data en worden de eigenaardigheden van elk veld meer inzichtelijk. Wat daarbij helpt: niet elke paar jaar een nieuw onderhoudsbedrijf inhuren.


5. Doen wat is opgeschreven, opschrijven wat is gedaan

Een goed plan zorgt ervoor dat beheerders, aannemers of andere betrokkenen doen wat eerder is opgeschreven. Net zo zinvol is het om vervolgens op te schrijven wat er is gedaan en hoe het veld erbij ligt. Zo'n database is een schatkist vol informatie en die informatie is weer de basis voor conclusies, aanbevelingen en acties.
Een zogeheten registratiedatabase maakt het mogelijk de gegevens van verschillende seizoenen en jaren met elkaar te vergelijken. Ook kan veld A worden vergeleken met veld B. Voeg er informatie over weersomstandigheden aan toe en de kennisbank wordt nóg waardevoller. Het leidt tot efficiënter en effectiever onderhoud. Dat is winst: letterlijk in de vorm van een financiële besparing, figuurlijk in de vorm van spelplezier.
Een detail, maar toch: de functionaris die de database vult, hoeft niet per definitie de persoon te zijn die conclusies en maatregelen vaststelt op basis van de opgeleverde gegevens.


6. Onderhoud zelf doen of uitbesteden?

Het onderhoudsplan gaat over bemesting, beregening, onkruidbestrijding of -beheer, noodzakelijk maatwerk (onontkoombaar bij natuurgras - kleigrond vraagt bijvoorbeeld om een andere aanpak dan zandgrond), wanneer wat gebeurt en wie het onderhoud verzorgt. Waarmee de vraag van belang is: zelf doen of uitbesteden?
Een slecht onderhouden veld leidt tot gedoe. Het verklaart waarom gemeenten soms besluiten het zelf te doen: 'Dan weten we zeker dat het goed gebeurt.' Maar het is natuurlijk goed mogelijk om het uit te besteden en tegelijkertijd de regie in eigen hand te houden. In dat geval bepaalt de gemeente zelf wanneer er wat gebeurt. De gemeente is dan vast en zeker de opsteller van het onderhoudsplan. Mogelijkheid drie: spreek af welke kwaliteitseisen aan een veld worden gesteld en maak een extern bedrijf vervolgens helemaal verantwoordelijk voor de prestaties die daarvoor nodig zijn. Dat onderhoudsplan mag de aannemer in dat geval ook zelf maken.


7. Een onderhoudscontract is geen keurslijf

Een traditioneel frequentiebestek is zo wendbaar als een olietanker. Met een flexibel onderhoudscontract kan sneller en beter worden ingespeeld op al dan niet verwachte ontwikkelingen en de specifieke situatie van een veld. Dat is juist bij chemievrij beheer van belang. Het feit dat drie jaar na de invoering van de Green Deal op veel velden nog altijd amper onkruid te zien is, is daarvan een illustratie. Die zekerheid is er zonder chemicaliën niet.
Wie voor maximale controle gaat, kiest voor een raamovereenkomst op basis van de zogeheten RAW-besteksystematiek. Bij het verleggen van de verantwoordelijkheid naar een aannemer voldoet een geïntegreerd contract beter. Daarbij worden de inkoop- en leveringsvoorwaarden van het UAV-gc gecombineerd met die van het rentmeesterschap, van het ontzorgen van de opdrachtgever wat betreft het behoud en beheer van het veld.
Rentmeesterschap op basis van UAV-gc biedt tevens mogelijkheden tot maatwerk en flexibiliteit. Het is raadzaam om een onafhankelijk adviseur te raadplegen die thuis is in de wereld van sportgrasvelden. Een standaardcontract ('Op de stippellijn de gemeentenaam invullen') voldoet immers niet.


8. En als het nu écht niet zonder chemische middelen kan?

In een stappenplan voor chemievrij beheer hoort deze vraag eigenlijk niet thuis. Wie voor chemievrij kiest, wil niet blozend moeten erkennen dat de weegbree toch echt alleen kon worden bestreden met glyfosaat. Maar die heel zeldzame keren dat het dan toch met chemische hulpmiddelen moet, is het raadzaam enkele regels in acht te nemen.
Vanzelfsprekend is dat gebruik altijd zeer selectief. Dat betekent niet alleen dat het op weinig momenten gebeurt, maar ook alleen op die plekken of - liever nog - plekjes waar het niet anders kan. De keuze voor één middel is niet zoiets als een herhaalrecept. Onkruid is slim en wordt nogal eens resistent. Dat geldt vooral bij het machinaal bestrijden met chemicaliën. De oplossing is om te wisselen in het gebruik van middelen.


9. Evalueer en leer

Wie doet wat hij altijd deed, krijgt wat hij altijd kreeg. Evalueer het effect van de genomen maatregelen dus regelmatig en gebruik de resultaten voor stap 10. Mogelijke vragen:
Voldoen de gekozen schadedrempels? Zorgt het tolereren van iets meer onkruid nog steeds voor goed bespeelbare velden? Zo ja, kan de drempel misschien een tikkeltje worden verhoogd, met als gevolg een extra besparing?
Zijn de genomen preventiemaatregelen succesvol? Zo ja, dan kan de succesformule mogelijk worden ingevoerd voor andere velden. Zo nee: de hoogste tijd voor nader onderzoek.
Is de monitoring in handen van de juiste persoon en is de frequentie goed? Is de monitoring betrouwbaar gebleken? Is minder monitoren een optie of is frequenter monitoren juist nodig?
Is het nodig om het onderhoudsplan aan te passen? Deze vraag is vooral relevant als een contract afloopt. Mogelijk was de overeenkomst op basis van een frequentiebestek afgesloten; dan is het sowieso de moeite waard om contract én onderhoudsplan onder de loep te nemen.
Chemie in de ban, of toch maar niet? Of er nu is gekozen voor chemievrij of niet: in beide gevallen is het aan te bevelen om die keuze al evaluerend tegen het licht te houden.


10. Stel het beheerplan bij - of niet

Uit de evaluatie blijkt of verbeteringen wenselijk en mogelijk zijn. Die komen vanzelfsprekend in de aangepaste versie van het beheerplan. Zo kunnen bijvoorbeeld de onkruiddrempelwaarden worden verhoogd of verlaagd. Maar er kunnen ook aanpassingen nodig zijn in de frequentie, de manier van onkruidbewerking of in de keuze voor bepaalde bestrijdingsmiddelen, graszaad of organische meststoffen.


Laat anderen meegenieten

Gemeenten of beheerders die de tien stappen doorlopen, komen gaandeweg geheid tot nieuwe inzichten, opmerkelijke ontdekkingen of leerzame lessen. Het zijn stuk voor stuk ervaringen waar ook anderen wat aan hebben. Zeker voor de stappen op weg naar chemievrij beheer en onderhoud geldt dat 355 gemeenten en talloze beheerders, aannemers en andere betrokkenen op ontdekkingsreis zijn. Daarbij helpt het als ze elkaar bij de hand nemen, elkaar motiveren met bereikte resultaten of openhartig deelgenoot maken van wat er onverhoopt misging.
De netwerken zijn er en het vakblad is er. Beklim de podia die al zijn gebouwd en laat anderen meegenieten.


Om te kunnen reageren moet je zijn ingelogd.   LOGIN   of maak gratis een account aan.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel

Tip de redactie

AGENDA
Sport Innovatiedagen Milati en partners
woensdag 22 mei 2024
t/m donderdag 10 oktober 2024
Spoga+gafa Keulen
zondag 16 juni 2024
t/m dinsdag 18 juni 2024
Kennisdag over natuurinclusieve sportlocaties
woensdag 26 juni 2024
t/m woensdag 26 juni 2024
Groentechniek Holland 2024
woensdag 11 september 2024
t/m zaterdag 14 september 2024

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
GIP
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER