Twintig jaar Nationale Grasdag |
|
|
|
|
| 276 sec |
Jubileumeditie in teken van het perfecte veld
De setting voor de jubileumeditie 'De perfecte pitch', om het twintigjarig bestaan te vieren van de Nationale Grasdag, is dit jaar Stadion Galgenwaard in Utrecht. Dagvoorzitter van deze kennis- en netwerkdag op woensdag 13 november 2024 is sportjournalist en -liefhebber Erik Dijkstra. Job Steunenberg van Advanta Seeds: 'Het belooft, zoals elk jaar, weer een bruisende dag te worden.'
De eerste Nationale Grasdag in 2004 met het veldbezoek in De Kuip. Enkel in de coronatijd in 2021 was er geen bijeenkomst |
Deze jubileumeditie blikt terug op twintig jaar Nationale Grasdag: hoe kwam het event ooit tot stand en met welke partners? Hoe is het uitgegroeid? Maar ook: wat is er allemaal veranderd binnen het vak fieldmanagement in twintig jaar tijd?
Onderwijscurriculum reflecteert op fieldmanagementontwikkelingen
Liset van Pinxteren van IPC Groene Ruimte: 'Net als het onderwijs, dat onder meer van papier naar digitale leeromgevingen is ontwikkeld en een sterkere koppeling met de praktijk heeft gekregen, is de wereld van de fieldmanager in twee decennia veel veranderd. Dat laten ook de onderwerpen die de revue hebben gepasseerd tijdens Nationale Grasdag, zien: automatisering en robotisering, datagedreven meten en werken, een andere benadering van sportveldonderhoud en nieuwe producten.' Peter Laan van DCM Nederland knikt en geeft als voorbeeld van nieuwe producten dat twintig jaar geleden nog de mestbenadering van minerale meststoffen gold, waar tegenwoordig volop inzichten zijn over het nut van organische meststoffen en biostimulanten.
Bredere verantwoordelijkheidsscope
Door de veranderde omgeving en markt rond de fieldmanager ziet Van Pinxteren de veranderde rol van fieldmanagers. 'Vandaag de dag zijn zij behalve voor de sportvelden ook verantwoordelijk voor openbaar groen, begraafplaatsen en speelruimtes en -velden voor kinderen. Zij hebben meer keuzes te maken dan vroeger. We hebben hierdoor recentelijk onze opleiding Beheerder sportvelden omgedoopt tot opleiding Fieldmanager, waarin de student, naast vakkennis en praktijkervaring, leerstof krijgt over projectbegeleiding, afstemming en communicatie, zoals die met de vrijwilliger, de gebruiker en de wethouder. En leert over planning, inkoop, aansturing en implementatie van nieuwe ontwikkelingen.'
|
'Sommige dingen veranderen nooit: een echte fieldmanager ruikt, proeft en ziet wat een mat nodig heeft'
| |
|
De impact van cultuurtechniek
Sommige zaken zullen nooit veranderen. In de Fieldmanager-opleiding blijft vakkennis de hoofdtoon voeren, die op de ouderwetse manier met 'stampen en uit het hoofd leren' tot de studenten moet komen. 'Zonder vakkennis kan een fieldmanager zich niet onderscheiden, wat direct ten koste gaat van de kwaliteit van de grasmat,' aldus Van Pinxteren. Martijn Corstiaensen van Bras Fijnaart idverde NL beaamt dat. 'Op afstand je sportvelden monitoren, terugkerende werkzaamheden robotiseren: het gebeurt allemaal volop en zal zich blijven ontwikkelen. Maar een echte fieldmanager ruikt, proeft en ziet wat een grasmat nodig heeft. Zo was het vroeger en is het nog steeds.' Corstiaensen biedt op de Nationale Grasdag een terug- en vooruitblik op belangrijke cultuurtechnische innovaties, soorten velden en hun opbouw. Ook geeft hij antwoord op de vraag hoe we met slimme systemen en onderhoudsregimes invulling kunnen geven aan klimaatadaptatie.
| Johan Cruijff ArenA was meerdere keren gastheer van het evenement |
|
|
Toekomstbestendig onderhoud op contractgebied
Arjen Wallinga van PLANN ingenieurs herkent de noodzaak om effectief te communiceren als fieldmanager. 'Waar sportverenigingen twintig jaar geleden weinig inbreng hadden, brengen zij nu juist veel wensen, eisen en vragen in. Daar moet een fieldmanager mee kunnen omgaan.' Wallinga ziet daarnaast de noodzaak tot meer contractkennis dan vroeger. Van Pinxteren bevestigt dat studenten daar in de opleiding op worden voorbereid. PLANN ingenieurs laat tijdens de Nationale Grasdag dan ook de ontwikkeling op contractgebied zien, in aanvulling op hoe de wet- en regelgeving en het datagebruik in sportveldonderhoud door de jaren heen zijn veranderd.
|
'Elke organisatie staat op zichzelf en maakt zijn eigen aanbestedingskeuzes'
| |
|
Wallinga schetst de verandering op contractgebied in twintig jaar tijd: 'In het verleden kwam het veel vaker voor dat eigen onderhoudsteams zelf het sportveldonderhoud uitvoerden. Grote sportparken hadden hun eigen werf, een garagebox met zandopslag en een paar zakken graszaad. Langzamerhand doekten gemeenten steeds vaker hun onderhoudsteams op, per sportpark bundelden zij machines en centraliseerden die bij één gemeentelijke sportvereniging. In de jaren negentig bracht een klein aantal gemeenten de eerste aanbestedingscontracten op de markt. Dit waren met name frequentiebestekken voor bewerkingen als maaien en vertidraineren voor een periode van meestal vier jaar. In bepaalde hoeken van het land is nog wel eens een zijsprong gemaakt naar een beeldbestek waarin staat hoe de sportvelden er jaarlijks uit moeten zien. Anno 2024 kijken we vooral naar wat sportvelden nodig hebben en welke maatwerkmaatregelen genomen moeten worden. Daarvoor gebruiken gemeenten steeds vaker langere geïntegreerde contracten waarbij zij in hun uitvraag over het algemeen een grotere ontzorgingsbehoefte laten zien. In sommige gevallen strekt de ontzorging zich uit tot op het niveau waarbinnen gemeenten zelfs de communicatie met stakeholders, zoals de sportverenigingen, loslaten en bij de opdrachtnemer leggen.' Wallinga onderstreept dat bij iedere gemeente een eigen benadering past. 'Gemeentelijke organisaties verschillen enorm van elkaar. De ontwikkelingen in de sportveldsector volgen elkaar in rap tempo op en het onderhoud van de velden gaat daar net zo hard in mee. Elke gemeente maakt daarin haar eigen afwegingen.'
| Vaak ging de actualiteit over het optimaliseren van de veldbeemdcomponent in velden. Dit thema is anno 2024 nog altijd actueel |
|
|
Onderhoudsbenadering: een betere grasmat begint bij de wortels
Maatwerkmaatregelen, daar sluit Peter Laan zich bij aan. 'Je kunt geen standaard onderhoudsregime op sportvelden meer loslaten. Elk veld is uniek, daarover is het bewustzijn al verhoogd onder fieldmanagers. Daarnaast zijn niet alleen de groeiomstandigheden ondergronds per veld verschillend, ook bovengronds zorgen uitdagingen voor de noodzaak tot schakelen naar ander onderhoud. Door langer doorspelen en half augustus vaak weer starten kampen veel velden met korte aanleg- en herstelperiodes na groot onderhoud. Daarnaast zorgt klimaatverandering ervoor dat gras zich moet wapenen tegen langere periodes van droogte.' Voor de tuinbouw richt DCM Nederland zich op een strategische doelstelling van weerbare teelt. 'Een sportveld betreft geen voedselteelt, maar we streven wel naar weerbaarheid van het gras door het creëren van sterke, diepe wortels. Een goede wortelstructuur zorgt, samen met voldoende water en lucht in de bodem en een actief bodemleven, voor een sterke grasmat. We creëren een goede wortelstructuur met een combinatie van organische meststoffen en biostimulanten op basis van microbiologie waar bacteriën en schimmels in zitten. Bacteriën helpen bij de interactie tussen bodemleven en wortels; ze maken nutriënten makkelijker beschikbaar voor de wortels. Schimmels helpen onder meer bij het weerbaar maken van de wortels tegen pathogenen, waardoor de grasplant minder snel ziek wordt. Hierdoor neemt de kwaliteit van de grasmat toe, slaat hij beter aan na de periode van groot onderhoud en gaat hij zo sterk mogelijk het najaar in.'
|
'Gemeenten met ruimte stappen vaker af van de elke-club-een-kunstgrasveldbelofte en innoveren met natuurgras'
| |
|
Verhoogd bewustzijn van specifieke onderhoudsbehoeften
Arjen Wallinga van PLANN ingenieurs vult aan: 'Ook het bewustzijn over specifiek onderhoud is vergroot.' Van Pinxteren knikt en komt terug op haar woorden van 'een andere benadering van sportveldonderhoud': 'Gemeenten en clubs weten nu beter wat ze hebben liggen. Daarmee bedoel ik: er is meer kennis over het type veld dat zij hebben en meer kennis over het specifieke onderhoud dat daarbij past, zoals de kennis dat een hybride veld ander onderhoud vergt dan een traditioneel natuurgrasveld.' Van Pinxteren erkent dat de studenten die vakkennis ruimschoots meekrijgen en Wallinga ziet dat ook beheerders, bestekschrijvers en aannemers op zich over de juiste kennis voor goed fieldmanagement beschikken, maar beiden blijven de grote uitdaging zien in de communicatie tussen deze partijen.
Natuurgrasinnovaties
Job Steunenberg van Advanta Seeds zal op de Nationale Grasdag de almaar doorgaande genetische progressie van gras toelichten. Elk jaar komen nieuwe rassen op de markt die net weer even wat beter presteren als het gaat om tolerantie voor betreding, droogte-/klimaatstress en resistentie tegen ziekten. Aan de hand van de Grasgids en de belangrijkste natuurgrasinnovaties blikt hij terug, maar vooral vooruit naar het gras van morgen. Hoge verwachtingen heeft het bedrijf van het vorig jaar aangekondigde concept van het bezoden met sterke grassen. 'Het twee jaar geleden aangelegde pilotveld in Bergen op Zoom houdt zich zodanig goed, dat wij kunnen stellen dat het met goed onderhoud minimaal achthonderd tot negenhonderd speeluren aankan én dat het aantal vervangingen binnen tien jaar wellicht gehalveerd kan worden. Dat is bijzonder gunstig voor de financiën en het milieu. Dit bezodingsconcept ondersteunt de ontwikkeling die wij zien bij met name de wat grotere gemeenten die over voldoende ruimte beschikken: hun politiek stapt vaker af van de elke-club-een-kunstgrasveldbelofte en loopt voorop met duurzame innovaties, zoals hybridevelden of andere natuurgrasoplossingen.'
De toekomst van fieldmanagement
De jubileumeditie van de Nationale Grasdag blikt vooral ook vooruit, op de toekomst: hoe zullen data het sportveldonderhoud gaan veranderen? En welke rol is weggelegd voor AI? 'Wij komen steeds dichter bij de perfecte pitch,' sluit Steunenberg af.
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|