'Je moet in ons beroep wel de juiste dingen doen op het juiste moment' |
|
|
|
|
 |
| 258 sec |
Wim Leffelaar, fieldmanager bij FC Utrecht
FC Utrecht heeft grote stappen gezet om de kwaliteit van de velden te verbeteren. Dat geldt zeker ook voor het stadionveld, dat afgelopen zomer geheel nieuw opgebouwd en aangelegd is. Deze kwaliteitsverbetering vindt sinds twee jaar plaats onder de bezielende leiding van fieldmanager Wim Leffelaar. Met vier collega's werkt hij namens De Ridder in stadion Galgenwaard en op de trainingscomplexen Zoudenbalch en Overvecht. Zij hebben hun handen vol aan de in totaal acht velden.
 |
Sinds Leffelaars komst naar FC Utrecht is er veel veranderd. Binnen de organisatie heeft het grasteam nu een duidelijke stem. 'Ze worden soms doodmoe van mij', zegt hij met enige zelfspot. De gedreven fieldmanager vindt dat een club met de statuur van FC Utrecht goede velden verdient en daar heeft hij zich sinds zijn komst hard voor gemaakt. Hij weet hoe het werkt in het betaald voetbal en strijdt als een echte aanvoerder voor zijn toko en zijn mensen. 'Voor mijn komst wist bijna niemand bij de club wie er allemaal in het grasteam werkten; nu zijn onze namen wel bekend.' Het is een detail, maar details zijn belangrijk in de voetbalwereld.
Renovatie
Toen hij twee jaar geleden bij FC Utrecht begon, was de conditie van het stadionveld en de trainingsvelden niet wat hij voor ogen heeft. Ook was hij niet blij met het feit dat het grasonderhoud niet de hoogste prioriteit leek te hebben. 'Met kunst- en vliegwerk hebben wij het hoofdveld dat seizoen na de winter nog speelklaar gekregen, maar het 24 jaar oude veld moest gewoon vervangen worden. Ik heb dit ook aan de directie duidelijk gemaakt.' Nu is hij supertrots op het gerenoveerde stadionveld. 'Het is allemaal heel soepel verlopen. Er is dertig centimeter afgegraven en de hele opbouw is opnieuw gedaan. De oude veldverwarming, drainage en beregening zijn weggehaald. Er is een Draintalent-systeem geplaatst en we hebben graszoden gebruikt om op tijd een bespeelbare mat te realiseren. Al met het al was het een enorme investering voor de club.'
Wensenlijst
Leffelaar zou Leffelaar niet zijn als hij nu helemaal tevreden was met de gerealiseerde kwaliteitsverbetering. Op zijn wensenlijst staan onder andere meer manuren, nieuwe machines en lampen. Met name de laatste wens is belangrijk om het gras op het stadionveld in goede conditie te houden. In het stadion komt namelijk maar weinig zonlicht. Dit betekent dat extra licht welkom is voor een goede grasgroei. Ook kan met veldverlichting voorkomen worden dat schimmels een kans krijgen als het veld te lang nat blijft.
|
|
'Het beroep van fieldmanager is echt een ervaringsvak. Fouten maken hoort daarbij'
| |
|
Sinds zijn komst heeft Leffelaar dankzij een andere aanpak ook de conditie van de trainingsvelden verbeterd. 'Ik heb vooral de frequentie van de werkzaamheden verhoogd. Dit betekent onder andere meer voeding en meer beluchten. Ook details als het veld netjes achterlaten en de machines goed schoonmaken zijn belangrijk voor een goed resultaat.' Zijn aanpak van het grasonderhoud en manier van werken heeft hij geleerd sinds hij als 18-jarige het vak in rolde. 'Het beroep van fieldmanager is echt een ervaringsvak. Fouten maken hoort daarbij. Je moet in ons beroep uiteindelijk wel de juiste dingen doen op het juiste moment. Je bent daarbij echter afhankelijk van het weer en het speelschema; daar moet je met je werkzaamheden tussendoor manoeuvreren. Het is dan heel mooi om te zien dat alle puzzelstukjes in elkaar vallen en dat het werkt zoals wij het bedacht hebben.'
Mooie jaren
Leffelaar geniet van dit spel en is wel 12 tot 14 uur per dag met zijn werk bezig. De eerste schreden in het beroep van fieldmanager zette hij in de huidige Johan Cruijff Arena. Hij was werkzaam bij de BAM, die in 2007 dakplaten bij het Ajax-stadion moest vervangen die losgekomen waren door hevige sneeuwval. 'Fieldmanager Jan Jong vroeg mij toen of ik drie weken kon invallen voor zijn vakantie vierende broer. Als Ajax-supporter vond ik het sowieso geweldig om op het veld en in het stadion te lopen. Ik werd echter ook al snel verliefd op het gras en de daarbij behorende onderhoudswerkzaamheden.' De Arena had destijds een slecht veld en Ajax presteerde onvoldoende. 'Dat was best een pittige periode, maar wij hebben grote stappen gezet, mede door de aanleg van SGL-verlichting. Uiteindelijk heb ik er heel mooie jaren gehad, met vier kampioenschappen en Champions League-wedstrijden.'
De Kuip
Het onderhoud van slechts één veld zorgde na een paar jaar voor een prikkel bij Leffelaar om uit te kijken naar een andere uitdaging. Een ontmoeting met Erwin Beltman leidde tot zijn overstap naar het grasteam in De Kuip. 'We raakten in gesprek toen hij op bezoek was in de Arena en ontdekten dat we op één lijn zaten in onze denkbeelden over grasonderhoud. Dat betekent proactief bezig zijn, wel een maand vooruitkijken en daarop anticiperen. Toch zij ik eerst nee toen hij me vroeg om over te stappen. Mijn hele omgeving ademde Ajax.' Een overstap naar Rotterdam lag dus nogal gevoelig. Werktechnisch was de keuze al snel door Leffelaar gemaakt. 'De Kuip was het hoogst denkbare niveau en een open stadion betekende ook een nieuwe uitdaging voor mij.' Na een goed gesprek met zijn omgeving waagde hij de stap toch.
Reisafstand
Hoewel hij bijdroeg aan het zeer succesvolle grasonderhoud in De Kuip, waardoor de schaal van de veldencompetitie jaren achtereen naar Rotterdam ging en hij ook vele stadions in heel Europa gezien heeft, brak de reisafstand hem na vijf jaar op. 'Achteraf heb ik de overstap toch onderschat', zegt hij terugblikkend. Bovendien had hij het in die tijd nog eens extra druk met een eigen bedrijf, waarmee hij het grasonderhoud van diverse amateurclubs deed en ook advies gaf aan een gemeente en de KNVB. Het was tijd om op de rem te trappen en dat deed hij dan ook.
Reuring
Een baan als greenkeeper bij De Ridder leek hem meer structuur en stabiliteit te brengen. 'Ik solliciteerde op de vacature en ging aan de slag op De Rijswijkse. Dat was heel mooi, met compleet andere rassen en andere werkzaamheden.' Hij was verbaasd over de geringe schade die golfers aanrichten, zeker als je het vergelijkt met het door noppen veroorzaakte slagveld dat hij vaak na een voetbalwedstrijd aantrof. Toch miste hij al snel de reuring die bij een grote voetbalclub hoort. Toen de vorige fieldmanager van FC Utrecht op vakantie ging en zijn werkgever De Ridder vroeg of hij hem tijdelijk kon vervangen, hapte Leffelaar direct toe.
Enthousiasmeren
'Ik weet nog goed dat ik bij hole negen stond en belde met Luuk van den Breemer, die ik nog kende uit De Kuip. We hebben een uur over gras gesproken en ik wist dat ik de overstap weer moest maken.' Het klikte direct tussen Leffelaar en het grasteam van FC Utrecht. Leffelaar wist zijn nieuwe collega's te enthousiasmeren en betrok hen direct meer bij de werkzaamheden door ook uit te leggen waarom iets gedaan moest worden. 'In een van de trainingsvelden zaten veel wormen. Ik besloot dat rigoureus aan te pakken. Als ik dan de blik in de ogen van mijn collega's zie als ze zien dat het werkt, vind ik dat geweldig. Nu denken zij zelf ook beter na en zijn ze alert op onkruid of wormen in het veld', zo illustreert hij.
Mannetje extra
Hij is blij met zijn team en benadrukt ook het belang van een goed team. Samen gaan ze voor het beste resultaat. 'Ik heb de afgelopen jaren geleerd om altijd vooruit te kijken.' Tot nu toe lukt dat goed in Utrecht. Met gezinsuitbreiding op komst weet Leffelaar dat hij op zoek zal moeten naar een nieuwe balans tussen werk en privé. 'Ik zou dus heel blij zijn met een mannetje extra in mijn grasteam', zo blikt hij alvast vooruit. Van een mannetje of vrouwtje extra thuis is hij in elk geval verzekerd.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
