 |
| 233 sec |
Fieldmanager Gijs Boer vertelt over werkzaamheden bij NEC Nijmegen
Het liefst zou Gijs Boer overal in het Goffertstadion camera's ophangen die op het veld gericht zijn, zodat hij 'zijn' grasmat 24/7 in de gaten kan houden. 'Ik vind het heel moeilijk om het veld los te laten', bekent de 48-jarige fieldmanager. Hij is nu twee jaar in deze functie werkzaam en helemaal op zijn plaats.
| Gijs Boer: 'Ik hou ervan om mezelf steeds uit te dagen en mijn kennis te vergroten.' |
Boer omschrijft de Nijmeegse profclub als een grote familie waarbinnen iedereen elkaar kent en waardeert. 'Ik ben in een warm bad terechtgekomen', stelt hij tevreden vast. Dankzij deze goede sfeer, het feit dat hij een echte fan van NEC is en uiteraard zijn gedrevenheid en passie voor het beroep van fieldmanager, zegt hij volmondig: 'Ik kan hier makkelijk oud worden.'
Boer is verantwoordelijk voor het onderhoud van vijf velden: twee kunstgrasvelden en drie grasvelden. Hij wordt hierbij geassisteerd door Wim van Erp en Daan Groothuis, die beiden ook verantwoordelijk zijn voor het stadiononderhoud. Verder is er nog een vaste groep vrijwilligers die op wedstrijddagen helpen om het losse materiaal van het veld te verwijderen. 'Dat is heel fijn. Deze mensen weten precies wat ze moeten doen.'
Man van de streek
Boer is geboren in Lent en voetbalde ooit bij de plaatselijke club DVOL. Hij is echt een man van de streek. Zij opa en oom hadden een kwekerij voor potplanten, waar de jonge Gijs als vakantiekracht bijsprong. Het Nijmeegse Park Lugtigheid is zelfs vernoemd naar familie van zijn moederskant. Er is dus sprake van een genetische 'groene link'. Boer volgde de opleiding tot hovenier aan de middelbare tuinbouwschool. Daarna werkte hij acht jaar als zelfstandig hovenier. 'Ik was dag en nacht in touw en wilde na al die jaren een baan met meer regelmaat', zo blikt hij terug. Hij vond die op de golfbaan in Groesbeek, waar hij in 2007 aan de slag ging als greenkeeper. 'Dat was heerlijk. Ik had meer rust en kon lekker samenwerken.'
Hij bracht natuurlijk zijn ervaring als hovenier mee, maar op de golfbaan leerde hij voor het eerst om te maaien. 'Het was wel even spannend met die machines met zoveel knoppen, maar ik leerde het snel.' Zijn kennis over de grasplant vergrootte hij onder andere dankzij zijn collega's Gerhard Teunissen en John Bindels. 'In mijn huidige functie heb ik nog steeds contact met hen. Bij Gerhards werkgever Jean Heybroek heb ik onlangs twee machines besteld en John werkt in het sportveldonderhoud voor de gemeente Nijmegen.'
Het onderhoud van de golfbaan in Groesbeek ging over naar De Enk Groen en Golf en zo belandde ook Boer bij deze aannemer. Dankzij deze nieuwe werkgever werkte hij op diverse golfbanen en in voetbalstadions. 'Je wordt dan gevraagd om bij te springen en dat vond ik leuk, want ik hou ervan om mezelf steeds uit te dagen en mijn kennis te vergroten.' Stadionmanager Theo van Benthum haalde hem uiteindelijk naar NEC.
Sneeuw
Toen Boer overstapte naar NEC, was de renovatie van het stadionveld en de trainingsvelden net gaande. Voor het stadionveld betekende dat dat er een hybrideveld werd aangelegd. 'Het onderhoud van zo'n veld is net iets anders. Het veld heeft een andere hardheid en ook een andere grip. Het belangrijkste is om de toplaag zo schoon mogelijk te houden, zodat er geen laag organisch afval kan ontstaan.' De opbouw van het veld is behoorlijk grof en dat heeft zo zijn voordelen. Als het hard regent, zakt het water snel weg. Ook een laag smeltende sneeuw heeft geen invloed op de kwaliteit van het speelveld, zo bleek half januari nog maar eens toen het veld in aanloop naar het bekerduel met Go Ahead Eagles 's ochtends nog onder een laag sneeuw bedekt was. Dankzij de veldverwarming lukte het om het veld op tijd sneeuwvrij te krijgen. Het smeltwater verdween, zoals verwacht, moeiteloos in de grond. Boer: 'Een nadeel van deze opbouw is dat ik in de zomer veel moet beregenen om de juiste vochtigheid te bereiken. Maar ja, je kunt hier wel altijd voetballen. We hebben weleens meegemaakt dat de stadiongrachten vol water stonden, maar het veld gewoon bespeelbaar was.'
Veel beluchten
Na een wedstrijd is Boer doorgaans twee tot drie dagen bezig met het herstel van het stadionveld. Los materiaal wordt verwijderd en veel beluchten is belangrijk om verdichting tegen te gaan en te voorkomen dat het veld te hard wordt. Hij maakt veel gebruik van de Hipster om waardes te meten en zo precies te kunnen doen wat nodig is voor de bodem. 'Daarna laat ik het veld met rust, en in aanloop naar een wedstrijddag geef ik een lichte bemesting om het veld op kleur te krijgen.' Boer bekijkt van dag tot dag wat er nodig is voor de velden en werkt niet met een vooraf bedachte planning. 'Ik heb de vrije hand en bepaal zelf wat ik doe; dat werkt fantastisch.'
Derde plaats
Boers aanpak heeft inderdaad succes, want NEC staat in de tussenstand van de veldencompetitie op de derde plaats. Ook de periodieke veldkeuring van de KNVB werd met glans gehaald, waardoor de financiële bijdrage van de voetbalbond weer binnen is. Hij krijgt ook veel complimenten van spelers. 'Het mooiste wat mij nog bijstaat, was het compliment dat Ruud van Nistelrooij gaf voor ons veld toen hij nog trainer van PSV was. Helaas wonnen zij toen wel van ons', zegt hij met een glimlach.
Boer is iemand die zich graag blijft ontwikkelen. Daarom volgt hij de opleiding tot expert natuurgras aan de HAS. 'Daarbij gaan we nog meer in op het bodemleven. Ook leer je een probleem te analyseren en oplossingen aan te dragen.' Dit voorjaar hoopt hij zijn eindscriptie in te leveren en het diploma te ontvangen. 'Dan stop ik even, want het is best zwaar om naast een volledige baan en een gezin nog tijd te vinden voor een opleiding.'
|
|
'We kunnen hier nog steeds verder professionaliseren'
| |
|
Boer blijft wel nieuwe uitdagingen zoeken in zijn vak. 'We kunnen hier nog steeds verder professionaliseren. Lampen voor het veld of aparte inschietdoelen zou ik nog wel willen.' Met deze twee aanvullingen verwacht hij de kwaliteit van het veld nog verder te kunnen verhogen, want dat is zijn streven sinds zijn komst. In het begin heeft hij naar eigen zeggen 'heel wat oorlogen' gevoerd om te voorkomen dat anderen dan spelers en scheidsrechters het veld betreden. 'Het veld is echt heilig. Ik moet zien te voorkomen dat er schimmels in het veld komen, waardoor ziekten kunnen ontstaan die een veld in een paar dagen tijd kunnen verwoesten. Deze ziekteverwerkers kunnen makkelijk via schoenzolen overgedragen worden. Als ik dat eenmaal heb uitgelegd, snappen mensen het ook wel.' Dat geldt ook voor de spelers. Toen er op het trainingsveld een schimmel actief was, maakten ze op verzoek van Boer allemaal braaf hun voetbalschoenen schoon in een bak met desinfectiemiddel voordat ze overstapten van het trainingsveld naar het stadionveld. 'Zo anticipeer ik continu op zaken, om te voorkomen dat het gras ziek wordt.' De grasbewakingscamera's die hij in het Goffertstadion zou willen ophangen, zijn eigenlijk helemaal niet nodig. Boer ziet en doet nu al alles om het gras in topconditie te houden.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
