'Hoogste tijd voor inzet duurzame kunststoffen' |
|
|
|
|
 |
| 211 sec |
Senbis wil kunstgrasindustrie wakker schudden voor gevolgen Europese besluitvorming
René van Bremen van Senbis Polymer Innovations waarschuwt de kunstgrasindustrie om op tijd en gezamenlijk in actie te komen, voordat Europese besluitvorming deze branche nog meer in de weg kan gaan zitten door een mogelijk verbod op conventionele kunstgrasvezels. Deze zouden -in het doembeeld van Van Bremen- op termijn ook kunnen gaan vallen onder dezelfde regelgeving die nu geldt voor 'onbewust toegepaste microplastics', waarvoor Europese regelgeving boven de markt hangt.
Het komende verbod op polymere infill was al een issue voor de branche. Ook voor Senbis. De biologisch afbreekbare polymere korrels die het bedrijf ontwikkeld heeft, vallen namelijk vanwege de strenge eisen voor afbraak in water ook onder het aanstaande verbod met betrekking tot 'bewust toegepaste microplastics'. Van Bremen wanhoopt echter niet en blijft hoopvol. 'Wij blijven geloven in GreenFill, nu en misschien nog wel meer in de toekomst.'
Van Bremen legt uit: 'We moeten op onze hoede zijn, maar ik verwacht niet dat kunstgras helemaal gaat verdwijnen door een verbod op onbewust toegepaste microplastics.' Praktisch is dat in zijn ogen ook onmogelijk, omdat er geografisch nu eenmaal plaatsen zijn waar gras slecht groeit en omdat er in landen zoals Nederland onvoldoende ruimte is om alle competitiewedstrijden op natuurgras te spelen. Zo'n verbod zal bovendien grote gevolgen hebben voor andere sectoren, zoals die voor het gebruik van autobanden. 'Het wordt een enorme discussie vanwege de grote belangen. Uiteindelijk zijn wij als kunstgrasindustrie maar een klein onderdeel, maar we moeten niet hetzelfde laten gebeuren als bij het verbod op bewust toegepaste microplastics. We moeten samen optreden en ons niet de kaas van het brood laten eten, zoals met polymere infills is gebeurd.' Voorlopig wil Senbis met deze boodschap de kunstgrasindustrie wakker schudden; wellicht worden er in de toekomst ook nog andere stappen gezet.
biologisch afbreekbare infill
Op termijn verwacht Van Bremen dat ook in Europa het besef zal doordringen dat biologisch afbreekbare infill een goede optie is voor kunstgras. De afgesproken overgangsperiode van acht jaar totdat het totaalverbod op polymere infill ingaat, medio 2031, is naar zijn verwachting echter te kort voor deze andere kijk op biologisch afbreekbare infill bij de Europese wetgevers. Senbis brengt dergelijke korrels onder de naam GreenFill op de markt. Dit product is honderd procent biologisch afbreekbaar, bevat geen giftige stoffen en leidt niet tot vervuiling van het milieu met microplastics, legt hij uit. Toch valt het onder het toekomstige verbod, omdat het vanwege de functionaliteitseisen op het veld niet kan voldoen aan de eis van snelle afbreekbaarheid in water, binnen zes maanden. Senbis heeft geprobeerd de EU op andere gedachten te brengen en hoopte op dezelfde behandeling als biologisch afbreekbare polymere producten in de landbouw. 'Dat is niet gelukt, met als argument dat er in onze sector voldoende alternatieven zijn; in de agrarische sector blijken die niet voorhanden te zijn.' De alternatieven zijn natuurlijke infillmaterialen, zoals olijfpitten, maïs, houtsnippers en kurk. Van Bremen: 'Op het aanvankelijke enthousiasme over natuurlijke infill is inmiddels genoeg af te dingen. Het blijkt toch niet onder alle omstandigheden aan de verwachtingen te voldoen, bijvoorbeeld doordat het materiaal verpulvert.'
Nonfill- en mineral fill
Hij heeft de indruk dat de industrie zich inmiddels min of meer heeft neergelegd bij het verdwijnen van infillvelden en vooral focust op de ontwikkeling van nonfill- en mineral fill-velden. 'Dat is begrijpelijk, maar naar onze mening niet helemaal terecht. Polymere infillvelden kunnen nog lang mee, zelfs nog na het ingaan van het verbod. Bovendien moeten nonfill-velden nog bewijzen dat ze een beter alternatief zijn.' De industrie moet in zijn optiek dan ook nog geen afscheid nemen van infill-velden. Senbis doet dat zelf in elk geval nog niet. Sterker nog, het bedrijf is vast van plan om na de zomer 'vol in de aanval' te gaan. Van Bremen: 'Wij gaan proberen de markt ervan bewust te maken dat polymere infill nog lang toegepast mag worden, en we benadrukken dat sporters er graag op spelen. Als je dat doet, moet je volgens mij ook kiezen voor biologisch afbreekbare infill. Wij gaan dit nog meer onder de aandacht brengen bij adviesbureaus en gemeentes.'
Volledig veld met GreenFill
In deze campagne kan Van Bremen in elk geval verwijzen naar gemeentes en verenigingen die tevreden zijn over het spelen op deze afbreekbare polymere infill, zoals de gemeente Emmen, waar een volledig veld met GreenFill is neergelegd bij sc Erica, of de trainingsveldjes in Loosdrecht en Delft. Een ander argument is dat het prijsniveau nu gunstiger is dan dat van TPE-infill, verduidelijkt Van Bremen. Hij zal echter net als de afgelopen tijd diverse hobbels moeten nemen. 'Veel gemeentes hebben nog koudwatervrees, zoals vaak het geval is bij nieuwe dingen. Het is ook geen beslissing die snel moet worden genomen. In elk geval is GreenFill biologisch afbreekbaar onder bodemomstandigheden en zal het dus geen milieuprobleem rondom sportvelden veroorzaken.' Die biologische afbraak in de bodem gebeurt gegarandeerd binnen twee jaar, maar de uiteindelijke afbraaktijd hangt natuurlijk samen met het type grond waarin de korrels terechtkomen. 'In mijn eigen tuin met kleigrond waren ze binnen een jaar verdwenen, maar in zandgrond zal het langer duren omdat daarin minder microbiologische activiteit is.'
De genoemde koudwatervrees laat zich ook gelden in de zoektocht van Senbis naar een samenwerkingspartner voor het marktrijp maken van het product GreenBlade, een volledig composteerbare en recyclebare kunstgrasmat. Senbis bedenkt en ontwikkelt namelijk wel producten op basis van biopolymeren, maar heeft altijd partners nodig voor de industriële productie van het eindproduct. 'Garenproducenten zijn vaak de grotere jongens met hun eigen belangen. Biodegradeerbaar kunstgras staat (nog) niet op hun lijstje, of wellicht denken ze zelf de specifieke kennis van biopolymeren in huis te hebben. Ik weet het niet. Gelukkig zijn we ondertussen bezig concrete stappen te zetten. Er is zelfs belangstelling uit Amerika.'
Samenwerken
Los van het feit dat de branche volgens Van Bremen meer moet samenwerken om de hypothetische teloorgang van de sector te voorkomen, doet hij ook een moreel appel op de industrie. Allereerst om niet langer conventioneel plastic te gebruiken, maar alleen nog kunststofcomponenten toe te passen die biologisch afbreekbaar zijn. Een volgende stap zou de inzet van hernieuwbare grondstoffen moeten zijn. Senbis zelf is al hard op weg. De vezels van GreenBlade zijn al biologisch afbreekbaar, maar de polymeren zijn nog deels gebaseerd op aardolie. 'Volledig hernieuwbare grondstoffen zijn nog te duur voor de markt, maar voor een verdere verduurzaming van onze industrie willen we die uiteindelijk wel gaan gebruiken', zo verzekert Van Bremen.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
