'Je hebt in dit vak veel vrijheid om jezelf te ontwikkelen' |
|
|
|
|
 |
| 248 sec |
Thimo de Nijs, fieldmanager bij RKC Waalwijk
In elke uitgave komt er in deze nieuwe rubriek een fieldmanager aan het woord. Thimo de Nijs, werkzaam bij RKC Waalwijk, bijt het spits af. Met zijn 23 jaar is hij waarschijnlijk de jongste fieldmanager in de eredivisie.
| 'Ik plan altijd een maand vooruit en weet precies wat ik nodig heb.' |
Gewapend met een map vol data neemt hij plaats in de recent opgeknapte ontvangstruimte van het stadion voor het interview. De moderne fieldmanager kan immers niet meer zonder data waarmee hij het onderhoud van de grasvelden zo goed mogelijk kan sturen. Velen, met name jongeren, weten totaal niet wat het vak van fieldmanager allemaal inhoudt. De Nijs wil graag zijn bijdrage leveren aan de promotie van het vak. 'Je hebt in dit vak veel vrijheid om jezelf te ontwikkelen, en je doet fantastische dingen om voetballers het juiste speelveld te kunnen bieden', zegt hij enthousiast.
Leger
Ook voor de jonge Thimo de Nijs ging een nieuwe wereld open, toen hij in 2019 in dienst trad bij de betaaldvoetbalorganisatie in Waalwijk. Als zoon van het huidige hoofd facilitaire zaken wist hij wel van het bestaan van dit beroep, want zijn vader was jarenlang verantwoordelijk voor het onderhoud van de RKC-velden, in samenwerking met aannemersbedrijf Van Wijlen. Wat het vak precies inhield, leerde hij vooral in de praktijk. 'Ik wilde eigenlijk het leger in, maar kwam er snel achter dat de defensie-opleiding niet bij mij paste. Ik wilde graag zelf iets neerzetten en leidinggeven. Mijn vader vroeg me toen om bij RKC te komen werken om te ontdekken of dit werk bij mij paste.'
Hij begon met technisch onderhoud, het schoonmaken van het stadion na een thuiswedstrijd en ondersteunende werkzaamheden bij het grasonderhoud. 'Ik ging steeds meer doen, zoals herstelwerkzaamheden, maaien en onderhoud uitvoeren met verschillende machines. Ik had niet verwacht dat ik dit, zomaar uit het niets, zo mooi en leuk zou vinden. Ik dacht altijd: ach, gras onderhouden kan toch iedereen, dat is niet zo moeilijk. Maar ik heb mij vreselijk vergist', lacht hij.
Grote stappen
Dat het vak veel meer inhoudt dan het maaien van het gras, ontdekte hij vooral tijdens een werkbezoek aan ADO Den Haag, herinnert De Nijs zich. 'Daar zijn mijn ogen geopend.' Daarna bleef hij meekijken met collega's. Ook door veel zelf te doen, zette De Nijs in korte tijd grote stappen. Dit bleef niet onopgemerkt. Toen RKC Waalwijk in 2021 de wens uitsprak om sneller te kunnen schakelen in het onderhoud van de voetbalvelden, werd De Nijs gevraagd of hij eindverantwoordelijk wilde worden voor het hoofdveld en de trainingsvelden. Mede in de wetenschap dat hij voor advies altijd kan terugvallen op zijn vader, zei hij volmondig ja. 'Uiteraard had ik wel een klein twijfelmomentje, want het is natuurlijk niet niks om op zo'n jonge leeftijd op eredivisieniveau deze verantwoordelijkheid te dragen.'
|
|
'Ik zit erbovenop en ben heel scherp, vooral ook om te voorkomen dat ziektes een kans krijgen'
| |
|
Het zegt ook wel iets over zijn passie voor het vak. 'Ik wil elke dag beter worden. Gras is een natuurproduct; daar moet je in principe 24/7 mee bezig zijn.' Voor De Nijs betekent dit dat hij alles goed plant en ook flexibel is als de omstandigheden dat vragen. Dit kan betekenen dat hij op sommige dagen langer doorwerkt om een klus af te maken naar aanleiding van de weersvoorspelling, of dat hij op zaterdagochtend even de groeilampen verplaatst. Hij woont op vijf minuten afstand van het stadion, dus is hij er zo. De nieuwe beregeningsinstallatie zou hij in theorie met een app kunnen bedienen vanuit zijn huis, maar de Waalwijkse fieldmanager wil toch altijd even met eigen ogen zien hoe het gras erbij ligt. 'Ik zit erbovenop en ben heel scherp, vooral ook om te voorkomen dat ziektes een kans krijgen.'
Ervaring
In zijn huidige functie werkt De Nijs samen met zijn vader en twee andere collega's. Dit vier man sterke onderhoudsteam krijgt op en na wedstrijddagen ondersteuning van trouwe clubvrijwilligers. 'Mijn vader en ik gunnen elkaar de ruimte en vullen elkaar perfect aan. Als ik tijd over heb, doe ik ook facilitaire klussen, en hij ondersteunt op zijn beurt mij weer bij het onderhoud. Ik kan zijn ervaring ook goed gebruiken bij het maken van keuzes, bijvoorbeeld als het gaat om de volgorde van de onderhoudswerkzaamheden', vertelt De Nijs over de samenwerking met zijn vader.
De grootste uitdaging voor De Nijs en zijn collega's is om de verschillen tussen het natuurgras van het stadionveld en de twee trainingsvelden zo klein mogelijk te houden. 'Dat is niet eenvoudig, omdat het verschillende typen velden zijn en elke grasmat sowieso elke week anders is. Wij proberen ze met elkaar in balans te brengen.' Het ene trainingsveld is een hybrideveld, het andere een natuurgrasveld.
Waterprobleem
In overleg met de technische staf wordt wekelijks de staat van de velden besproken. Voor het stadionveld vormt te veel regenval altijd een probleem. Afhankelijk van de belasting en het weer kan er veel speelschade ontstaan, omdat het water moeilijk wegloopt. RKC Waalwijk is een paar jaar geleden als een van de eerste clubs weer overgestapt van kunstgras op natuurgras; dat zou een oorzaak kunnen zijn. 'Wellicht hadden we de opbouw van het veld met de huidige kennis iets anders aangepakt, maar misschien wordt er in de nabije toekomst een nieuwe toplaag aangelegd om dit waterprobleem te verhelpen.' Een dergelijke beslissing is uiteraard afhankelijk van de beschikbare middelen. Om het onderhoud goed te kunnen doen, heeft de club flink geïnvesteerd in moderne machines, die netjes opgeborgen staan in een opslagplaats.
Wedstrijddag
De Nijs lijkt alles onder controle te hebben. Ook een wedstrijddag levert hem weinig stress op. 'Ik plan altijd een maand vooruit en weet precies wat ik nodig heb', zegt hij zelfverzekerd. Dit betekent onder andere dat hij voor een wedstrijd het gras voldoende voeding geeft, als een soort booster om snel te herstellen na de wedstrijd. Afhankelijk van de data over de toplaag, die hij tegenwoordig via de mobiele meetkar HiPSter in zijn computer aantreft, besluit hij of er die week bijvoorbeeld nog extra onderhoud uitgevoerd moet worden. 'De wedstrijddag zelf is niet zo spannend. Ik heb alles al gedaan. Op de dag zelf maai ik nog een keer om de banen er strak in te hebben en uiteraard trek ik dan de belijning pas. Natuurlijk ook voor een mooi beeld op tv.' Zelf ziet hij de thuiswedstrijden vanaf zijn vaste plek op de eerste rij van de tribune in de hoek van het stadion. Mocht er een doelnet kapotgaan of een fakkel op het veld belanden, dan is hij snel ter plekke om in te grijpen. Want ook dit zit in zijn takenpakket. 'Gelukkig is dat nog niet voorgekomen.'
Kussen
Na het interview maken we nog een rondje door het stadion om een geschikte plek voor de foto te zoeken. Lopend over de grasmat zegt hij: Je merkt dat het heel zacht aanvoelt, als een kussen.' In gedachten is hij waarschijnlijk alweer bezig met de volgende ingreep, om ervoor te zorgen dat het veld optimaal geprepareerd is voor de volgende thuiswedstrijd van de spelers van RKC Waalwijk. 'Dat zijn uiteindelijk toch degenen voor wie je het allemaal doet.' Het zegt alles over zijn gedrevenheid.
Fieldmanager Focus
Dit is de eerste editie van de nieuwe rubriek Fieldmanager Focus. Elke keer komt een fieldmanager van een sportvereniging of gemeente aan het woord. Hij of zij vertelt over zichzelf en het vak. Thimo de Nijs, fieldmanager bij RKC Waalwijk, bijt het spits af.
Wil je zelf meewerken aan deze rubriek of iemand aanmelden bij de redactie? Stuur dan een mail naar wijnand@nwst.nl.
|
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
