Meer biodiversiteit op sportparken: het kan! |
|
|
|
|
| Jaap Verhagen,
vrijdag 4 september 2020 |
 |
| 118 sec |
Sportparken hebben over het algemeen heel wat ruimte die niet gebruikt wordt. Kijk op een gemiddeld sportpark om je heen en je ziet dat de omgeving vaak erg steriel ingericht is. Die ongebruikte ruimte kun je prima benutten.
Ik zie dat bij ons in de gemeente Zutphen ook. Op het complex van FC Zutphen liggen acht natuurgrasvelden; daarnaast hebben we bij elkaar minstens één voetbalveld aan restgras over. Op zulke plekken kun je voor biodiversiteit gaan. Je ziet ook regelmatig verenigingen die kunstgras krijgen en een veld moeten afstaan, maar de gemeente doet vervolgens niets met die ruimte. Pas daar dan een mooi bloemweidemengsel toe. Met sinusbeheer en twee keer per jaar maaien ben je er al: zo eenvoudig kan biodiversiteit zijn.
Biodiversiteit kun je onder meer bevorderen door minder te maaien in stroken rond velden of door bloemen te zaaien. Er zijn best wat soorten te vinden die een goede bijdrage kunnen leveren. Ik hoor weleens beheerders die denken dat de zaden van deze bloemen het veld in waaien, met onkruid tot gevolg. Zelf ben ik daar niet zo bang voor. Vooral schermbloemen en klaversoorten doen het prima zonder dat ze in het veld komen. Daar ligt de kracht: als je zorgt voor de goede soorten, kan er niet zoveel misgaan. Voor fieldmanagers is het belangrijk om ook op dat gebied bredere kennis op te doen. Zij zijn vaak specifiek bezig met het onderhoud van sportvelden en minder met andere dingen. Het zou prettig zijn als iedere gemeente een sportveldbeheerder heeft die ook kennis heeft van openbaar groen, maar dat is lang niet overal zo.
|
|
Met de juiste soorten heb je geen last van verwaaiing
| |
|
Bij de gemeente Zutphen hebben we de laatste vier jaar flinke stappen gemaakt met biodiversiteit, maar ook wij kunnen nog een slag maken. De maatregelen waren best wennen. In het eerste jaar kregen ook wij veel reacties, maar die zijn dit jaar alleen maar positief. Het is voor iedereen een leerproces. Ook bij ons gaat weleens iets mis, bijvoorbeeld als de grond te rijk blijkt te zijn. Maar zo gaat dat: je doet het met vallen en opstaan. Vaak ben je te bang, zeg ik altijd. In de sportveldenwereld zijn we qua inrichting wat traditioneel; dat moeten we langzaam doorbreken met elkaar, zonder te forceren. Ook wij hebben leermomenten gehad tijdens ons proces met biodiversiteit, maar dan kun je corrigeren.
Maatregelen voor biodiversiteit hoeven niet veel geld te kosten. Mensen denken vaak: met zulke maatregelen pak je het helemaal anders aan; dat zal vast veel geld kosten. Relatief gezien valt dat reuze mee. En het is belangrijk om de kosten af te zetten tegen de voordelen. Uiteindelijk is het dat waard: de maatregelen zijn enorm goed voor de biodiversiteit en het insectenbestand in Zutphen.
Gemeenten die een begin willen maken met het bevorderen van biodiversiteit op sportparken, zou ik adviseren om klein te beginnen. Als beheerder raak je er dan vanzelf aan gewend. Doe proeven op kleine stukken groen die ver van het veld liggen; je kunt het beste van buiten naar binnen werken. Laat voorbeelden zien van succes. Neem niet meteen een overkill aan maatregelen; dan blokkeren de mannen en krijg je weerstand. Neem ze liever stap voor stap mee in het proces. En ga eens op bezoek bij een buurman of vakgenoot die al veel biodiversiteit heeft rond de velden. Dat mag zeker ook bij ons in Zutphen!
Jaap Verhagen is groenbeheerder bij de Gelderse gemeente Zutphen. In maart werd hij door een vakjury verkozen tot Fieldmanager of the Year 2020.
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
