Coronacrisis biedt sportsector uitgelezen kans op betere natuurgrasvelden |
|
|
|
|
 |
| 196 sec |
Naar voren halen groot onderhoud vraagt flexibiliteit van de markt, maar Nederlandse kweekbedrijven zijn er klaar voor.
Vakblad Fieldmanager deed rondvraag bij de vier grootste Nederlandse kweekbedrijven over het naar voren halen van groot onderhoud: Barenbrug, DLF, DSV en Limagrain Advanta. Bijna als uit één mond geven zij aan dat de coronacrisis voor het onderhoud van sportvelden ook een enorme kans is: je hebt nu twee tot drie maanden de tijd voor wat je normaal in vier tot zes weken moet doen.
Hendrik Nagelhoud is verkoopleider van DLF. 'Wij waren inmiddels bijna gewend aan een steeds korter wordend onderhoudsseizoen. Normaal stopt de competitie half mei en kun je dan beginnen met onderhoud, maar steeds vaker worden er daarna nog toernooitjes georganiseerd om wat geld voor de club te genereren. Dat gaat allemaal af van de tijd voor het onderhoud.'
 | | Hendrik Nagelhoud, DLF |
|
|
Jan van den Boom is verkoopmanager voor sportgrassen bij Barenbrug en bevestigt dit verhaal van Nagelhoud. 'Die lange periode is een uitgelezen kans om dit jaar te focussen op goed in plaats van op snel. Snelle vestiging is niet meer het belangrijkste doel. Natuurlijk je moet zorgen dat de jonge grasplant snel de bodem afdekt, zodat onkruid geen kans krijgt. Maar je hoeft de planten niet meer op te jagen. Laat de grasplant zelf op zoek gaan naar water in plaats van deze te verwennen met dagelijks irrigeren.' Van den Boom vervolgt: 'De velden zijn natuurlijk al veel beter geworden.' Mijn opmerking dat dat wellicht ook komt door de aanwezigheid van kunstgrasvelden, omdat je daarmee natuurgras wat meer kunt ontzien, valt duidelijk niet in goed aarde. Van den Boom, met een beetje zelfspot: 'Nee, dat is alleen op het conto van de veredelaars te schrijven. De grassoorten die wij op de markt brengen zijn steeds beter, en daarmee ook de sportvelden.' De waarheid ligt ook hier waarschijnlijk in het midden: beter presterende grassoorten zorgen samen er met kunstgras voor dat we betere natuurgrasvelden krijgen.
|
|
Beter presterende grassoorten zorgen er samen met kunstgras voor dat we betere natuurgrasvelden krijgen.
| |
|
Stap af van het normale
Job Steunenberg, commercieel manager van Limagrain Advanta: 'Ik durf het bijna niet te zeggen, maar voor de velden is deze situatie een uitgelezen kans voor groot onderhoud. Ik zou om te beginnen de grasvegetatie op de velden goed inventariseren. Wat zijn jouw probleemvelden? Wat staat er op deze velden aan gewenste en ongewenste grassen? Je kunt dan eventueel starten met het intensief bewerken van de velden met de kriebeleg, verticuteerder of een fieldtopmaker of vergelijkbare machine. Daarmee kun je veel van de ongewenste grassen al uit de mat verwijderen en geef je nieuw graszaad meer ruimte om te kiemen.'
 | | Jan van den Boom, Barenbrug |
|
|
Jan van den Boom: 'Je zou in deze tijd kunnen overwegen om te zorgen voor meer veldbeemd in de mat. Dat is een goed streven, want het levert betere en sterkere velden op. Maar als je het seizoen uit gaat met een nagenoeg volle mat, kun je je afvragen of dat wel reëel is. Je kunt nu al zien dat het gras hard begint te groeien, en in een volle mat krijg je lastig extra veldbeemd.'
Flexibiliteit
Normaal beginnen de Nederlandse kweekbedrijven ongeveer half april met het uitleveren van graszaad voor de Nederlandse markt. Alle geïnterviewden geven aan dat dit massaal naar voren is gehaald. Dat vereist van de Nederlandse kweekbedrijven de nodige flexibiliteit. Steven Wiersema van DSV: 'Normaal zijn wij in maart bezig met de Europese markten. Daarbij hebben we wat meer tijd nodig om het zaad ter plekke te krijgen. Daarna is de Nederlandse markt aan de beurt. Dat moest nu tegelijkertijd, en dat in een periode dat je problemen hebt om het personeel aan de gang te krijgen. Want de veiligheid van het personeel moet natuurlijk vooropstaan.'
Nagelhoud van DLF: 'Wij werken op de fabriek al drie weken met gescheiden teams, die respectievelijk de ochtend en de middag voor hun rekening nemen. Alles met het doel om bij een eventuele besmetting toch zo goed mogelijk te kunnen doordraaien. Dat is goed gelukt.'
 | | Steven Wiersema, DSV zaden |
|
|
Commercie
Aan het naar voren halen van het groot onderhoud zit ook een commercieel aspect. Veel nieuwe innovaties van de kweekbedrijven zijn gericht op kiem- en groeikracht onder koudere omstandigheden. DSV introduceerde dit voorjaar Eurograss Tetra Top 100. Dit is volgens Wiersema een combinatie van drie soorten: allereerst het fijnbladige sportveldras Eurosport, als tweede Tetrasport en ten slotte Pollen, ook een diploïd ras dat in Nederland amper bekend was. Wiersema: 'De introductie van deze innovatie had wij bescheiden gepland, maar hij is veel beter verkocht dan verwacht, vooral vanwege het aspect van vroeg kiemen.'
Hendrik Nagelhoud van DLF heeft dezelfde ervaringen met zijn net geïntroduceerde mengsel 4turf 4-4-2 Master. Dit is een mengsel met twee tetraploïde Engels raaigrasrassen en een traditioneel sportveldtype Engels raaigrasras. Dit mengsel is bij DLF tot nu toe extra goed verkocht. Hiervoor is een drieledige oorzaak aan te voeren: vroege inzaai (extra koudetolerant), Green Deal (extra gezonde grassen) en passend in het veranderende klimaat (extra droogtetolerant/zouttolerant).
 | | Job Steunenberg, Limagrain-Advanta |
|
|
Job Steunenberg van Limagrain meldt voornamelijk veel interesse in het Advance DDS-mengsel om extra veldbeemd in de mat te krijgen. Steunenberg: 'Negentig procent van de markt heeft inmiddels de beschikking over een Vredo DDS-doorzaaimachine. Daarmee kun je twee grasmengsels in één werkgang op verschillende dieptes en in verschillende doseringen zaaien. Wij zien dat eindgebruikers hiervan nog te weinig gebruikmaken, terwijl de voordelen evident zijn. Wij adviseren hiervoor de mengselcombinatie Hattrick, met 75 procent veldbeemd en 25 procent Engels raaigras, en Victoria, met 85 procent Engels raaigras en 15 procent veldbeemd, beide voorzien van de wortelstimulerende Advance-zaadcoating.'
|
|
'Ik blijf zeggen: je moet niet voor snel gaan, maar voor sterk'
| |
|
Ook Jan van den Boom heeft zijn stokpaardje, net als zijn collega-kweekbedrijven: 'Ik blijf toch zeggen: je moet niet voor snelheid gaan, maar voor sterkte. En ik ben ervan overtuigd dat de sterkste Engelse raaigrassen - oftewel ons uitstoelende RPR Engels raaigras - op dit moment de beste keuze zijn. Je legt nu de basis voor een jaar lang zorgeloos voetballen.'
|
|
| Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
